‘Mijn derde moedertje’

“Mijn moeder was een zus van ome Ko”, steekt Mattie Hieftje-Rijksen (67) uit Yerseke van wal. “Toen haar moeder overleed, Ko was toen 11 jaar, zorgde zij voor hem en haar vader. Ome Ko woonde zes jaar bij ons thuis, tien jaar in gezinsvervangend tehuis Karnemelkshoeve in Goes en inmiddels veertig jaar in De Beukelaar in ’s-Gravenpolder. Omdat mijn ouders destijds geen auto hadden, reed ik ze als taxi altijd naar ome Ko. Zo is het begonnen.”

Met ‘het’ bedoelt Mattie de bijzondere band die ze heeft met haar oom Ko Lobbezoo. Die is met zijn 87 jaar de oudste bewoner binnen Siloah. “Ome Ko heeft een hersenbeschadiging door zuurstoftekort bij zijn geboorte”, vertelt Mattie over zijn leven. Hij bezocht wel de gewone basisschool, maar zelfstandig wonen en werken was een te grote opgave. Daarom woonde hij eerst thuis en later in een beschermde omgeving. “Hij heeft zevenveertig jaar gewerkt bij De Betho, een sociaal werkbedrijf in Goes. Wat hij daar deed? ‘Ik doe er van alles’ zei hij altijd.” Voor zijn werk is Ko Lobbezoo onderscheiden met een lintje, hij is lid in de Orde van OranjeNassau.

Bewindvoerder
Als Mattie 39 jaar is overlijdt haar moeder. “Ze was een kwetsbare vrouw, maar kende een veranderd leven; mocht aan het avondmaal gaan.” Voor ome Ko valt de vrouw weg die zijn zus is, maar die hij ziet als tweede moeder. Ze was bovendien zijn bewindvoerder, de persoon die iemand met een beperking ondersteunt bij alledaagse zaken en financiën. “Toen ik na de begrafenis in De Beukelaar kwam, zei meneer Kleppe: ‘er moet een nieuwe bewindvoerder komen’. Ik was al eigen met ome Ko en had een sterke gevoelsband met hem, dus heb ik het gedaan. Nee, ik heb het niet gezocht, zoiets komt op je pad.”

Men staat in ‘s-Gravenpolder echt om ome Ko en de Beukelaar heen.

Lintje
Dus sinds 27 jaar is de band tussen Mattie en haar ome Ko nog veel hechter. Hij maakt vrijwel dagelijks onderdeel uit van haar leven. “Ja, dat geeft best het nodige werk”, erkent ze. “Veel papierwerk, maar ik ga ook iedere week op bezoek en we bellen een paar keer per week. Tussendoor zijn er bezoekjes aan de dokter, tandarts, oogarts of specialist.” Ook zijn er de periodes met extra drukte. “Toen de oude Beukelaar werd afgebroken, woonde hij drie jaar in De Boog. In de nieuwe Beukelaar kreeg hij een kaal huis, dat moesten we helemaal inrichten.” En ook rond zijn koninklijke onderscheiding, 80e verjaardag en de vakanties in Ermelo hielp Mattie haar oom. “Ach, ik zucht wel eens, maar als hij zou wegvallen, wat zou ik hem dan missen. Hij is een deel van mijn leven, ik ben het zorgzame type en hiervoor geboren denk ik.”

Overtuiging
De telefoon van Mattie begint opeens te trillen en te piepen. “Ik neem ‘m even op, het is ome Ko”, vertelt ze. Dat treft, want als de 87-jarige Mattie heeft verteld dat de kringloopwinkel die middag zijn ‘nieuwe’ relaxfauteuil bezorgt, krijgt ook de interviewer hem even aan de lijn. En die wil natuurlijk weten hoe ome Ko over zijn zorgzame nicht Mattie denkt. “Ze is mijn derde moedertje”, is zijn korte en duidelijke antwoord. Hij waardeert haar steun enorm en steekt dat niet onder stoelen of banken. “Ik ben er blij mee en dankbaar voor, ook dat we op één lijn zitten.” En met dat laatste bedoelt hij de christelijke levensovertuiging die ze delen. “Hij spreekt dikwijls over de eeuwigheid, over het bloed van Christus en dat hij behouden moet worden”, vult Mattie aan als het telefoongesprek beëindigd is.

Hij spreekt dikwijls over de eeuwigheid, over het bloed van Christus en dat hij behouden moet worden.

Kaarten
Blij en dankbaar, dat is Mattie op haar beurt over de zorg in Siloah-locatie De Beukelaar. “Ik kom er nu 40 jaar over de vloer en heb altijd alle ondersteuning gekregen. Ook als het bewindvoerderschap ingewikkeld is, kan ik er altijd terecht. Daarom maak ik rond de kerst altijd cadeautjes die ome Ko dan uitdeelt. Aan de leiding, maar ook aan de interieurverzorgsters.” Ook met vrijwilligers en de kerkelijke gemeente van ome Ko – de Gereformeerde Gemeente van ’s-Gravenpolder – is Mattie erg blij. “Zijn sociale leven is erg klein en beperkt zich steeds meer tot De Beukelaar. Maar iedereen kent ‘m in ’s-Gravenpolder en het meeleven vanuit het dorp en de kerk is top. Men staat echt om hem en De Beukelaar heen. Als je ziet hoeveel kaarten hij op zijn verjaardag krijgt…”